Aangenomen wordt dat de Chinezen als eerste een spel ontwikkelden met papieren kaarten. Want voor het jaar 1000 kenden zij al een kaartspel, enigszins vergelijkbaar met domino. In Europa wordt in 1377 voor het eerst over een kaartspel geschreven door de Zuid-Duitse monnik Johannes von Rheinfelden. In de 15e eeuw werd in Duitsland het zogenaamde “pochspiel” gespeeld, dat grote overeenkomsten met poker vertoont. In Frankrijk ontstond in de 17e eeuw het spel “poque” dat direct van het “pochspiel” lijkt af te stammen. Vanaf het moment dat Europeanen op grote schaal Amerika begonnen te koloniseren, is de ontwikkeling van het pokerspel in een stroomversnelling geraakt. Net als in veel Europese landen, is in Nederland sinds het begin van de 21e eeuw een grote belangstelling voor poker ontstaan. De meest gespeelde soorten horen thuis in 3 groepen: draw-poker, gemeenschapskaart-poker en stud-poker. In vrijwel geheel Europa ziet de overheid pokeren als kansspel en niet als behendigheidsspel. Sinds april 2010 is pokeren door de IMSA (Intern. Mind Sports Association) erkend als een denksport.